woensdag 30 april 2008

Anzac weekend

Vrijdag 25 april was het Anzac day: "Anzac Day is commemorated by Australia and New Zealand on 25 April every year to honour members of the Australian and New Zealand Army Corps (ANZACs) who fought at Gallipoli in Turkey during World War I" (bron: wikipedia). Ofwel een vrije dag! En wat is beter dan een vrije dag op vrijdag? Een extra dag vrij nemen de donderdag ervoor natuurlijk! Aldus geschiede ...

Martina (een Duitse AIO ook op uitwisseling hier) en ik besloten namelijk dat het een prima gelegenheid was om de zon, zee en zand op te zoeken in Queensland. Dit keer een deel van Queensland waar ik nog niet geweest was. Woensdagavond vertrokken we met Jetstar vanaf Sydney naar Coolangatta aan de zogenaamde Gold Coast. Dit plaatsje ligt op de grens met New South Wales en is het begin van de Gold Coast, met als bekendste plaats Surfers Paradise. Na onze overnachting in Cooly waren we weer vroeg uit bed om onze eerste surfles te volgen. Nu is er een bepaald persoon die zegt dat ik aanleg heb voor de meeste sporten en tja, wellicht heeft ie toch wel een beetje gelijk. Ik was de eerste nieuweling die zelfstandig mijn eerste golf pakte en die netjes bijna tot aan het strand uitreed. Wel moet ik toegeven dat het absoluut geen makkelijke sport is en dat je vaker het water invalt dan dat je blijft staan op je board. Het was in ieder geval good fun!
Na dit natte begin gingen we op pad, want we hadden een kleine 500 km af te leggen zodat we maandagochtend terug konden vliegen vanaf Hervey Bay. De rest van de donderdag hebben we een bezoek gebracht aan het Burleigh Heads National Park, waar we onder andere een bush turkey spotten, Surfers Paradise in de avond en Brisbane by night. Surfers paradise was precies wat ons verteld was: veel hoge hotels, bars, clubs en niet zulke geweldige golven om te surfen. Hieronder een foto vanaf het strand van Cooly met in de verte de hoogbouw van "Surfers Parasite" zoals het ook wel genoemd wordt ...In Brisbane hebben we niet veel tijd doorgebracht, maar dat was ook echt niet nodig aangezien het gewoon een grote stad is en verder niet super interessant. Vrijdagochtend waren we weer vroeg op, dit maal om een trein te pakken naar de Glass House Mountains, een stel bergen dat opreist uit een redelijk vlakke omgeving. Er was ons verteld dat je vanaf de top van (een van de) bergen zelfs de zee kon zien. Helaas was de bewegwijzering nogal slecht (lees: niet aanwezig) en de kaart die we hadden miste een spoor en treinstation. Dat leidde ertoe dat we (met 10 kg bagage op de rug) zeker 2 uur hebben gelopen zonder een berg op te klimmen. Wel hebben we zo'n beetje alle bergen (uit de verte) gezien en ontdekten we dat er veel fruit geteeld wordt langs de weg waar we liepen. Zo hebben we een ananaspantage, een paw paw boomgaard, avocado bomen en een mandarijnen plant gezien. We konden de verleiding niet weerstaan om een mandarijntje naar beneden te helpen en te proeven. Conclusie: fruit smaakt een stuk lekkerder als je er meer moeite voor moet doen dan naar de winkel te lopen.Na onze wandelpartij gingen we door met de trein en bus naar de Sunshine Coast, het deel van de kust dat ten Noorden van Brisbane ligt dus -in tegenstelling tot de Gold Coast die uiteraard ten Zuiden ligt. De eerste plaats die we aandeden was Mooloolaba, een van de grotere kustplaatsen alwaar we lunchten en een frisse duik in de golven namen. Wel bijzonder om te zien dat de Sunshine coast meer "gewoon" toeristisch is met veel gezinnen, waar de Gold coast meer van de pretparken en hippe uitgaansgelegenheden is. Toen het begon te schemeren zijn we doorgebust naar Noosa, onze bestemming voor de nacht. De zaterdagochtend hadden we de tijd om rond te lopen in het Noosa Heads National Park, een stukje te zwemmen, het stadje te bekijken en nog maar een keertje in de zee te duiken. Wat mijn Rough guide zei over Noosa, was in ieder geval geheel waar ... het is typisch "upmarket beachlife" met veel boetiekjes, cafeetjes en laagbouw hotels. 's Middags gingen we met de Geyhound bus naar Rainbow Beach met een tussenstop ergens langs de "highway" met een foodcourt, picknicktafels, vogels en een meertje met schildpadjes. In Rainbow Beach zijn we naar de zogenaamde coloured sands gelopen, steile zandduinen met verschillende kleuren oranje. Heel interessant was het niet, dus zijn we op aanraden van een van de locals op het strand naar de "Carlo Sandblow" gelopen voor zonsondergang. Dat bleek een prima idee te zijn, we waren prima op tijd om de zon onder te zien gaan en alle geweldige kleurschakeringen in de hemel te fotograferen.Na een verdiend ijsje na al het lopen werden we met een andere bus naar Hervey Bay gebracht, waarvandaan we zondagochtend vroeg vertrokken voor een dagtrip naar Fraser Island. Fraser Island is het grootste zandeiland in de wereld en heeft veel verschillende ecosystemen op het eiland; van woestijn tot (sub)tropisch regenwoud. We hebben daar een wandeling gemaakt door het tropisch woud, gelopen in Eli Creek, met 95 km/u in een 4WD bus over het strand gereden, foto's gemaakt van een wrak, een dingo gespot en gezwommen in een zoetwater meer. Al met al een drukke, maar zeer geslaagde dag! Helaas was het ook de laatste dag van onze vakantie en was het maandagochtend tijd om terug te vliegen naar het koude Sydney.
Op dit moment heeft Sydney temperaturen die hier normaal zijn in hartje winter met 's nachts een graad of 8 en overdag tussen de 10 en 18 graden. De 18 graden van vorige keer waren dan dus ook het maximum van de dag en met regen en een straffe wind voelt het zeer zeker koeler aan. Het verschil tussen de kust van Queensland en Sydney is dan ook dusdanig groot -daar was het ongeveer 26 graden- dat ik een beetje ziekjes ben, snif. Ach, gaat wel over voordat ik een jongetje ben :) Het is weer tijd om aan het werk te gaan in het lab!

1 opmerking:

Geralda zei

Mooie foto's Veronique, geweldig zo'n korte vakantietour. Heb eventjes mee zitten genieten.
Hier in NL begint het wat warmer te worden. Nog eventjes volhouden dus! En dat snif-snuif-snotter....hier nog zo eentje! (en eraf raken ho-maar)