Vrijdag 25 april was het Anzac day: "Anzac Day is commemorated by Australia and New Zealand on 25 April every year to honour members of the Australian and New Zealand Army Corps (ANZACs) who fought at Gallipoli in Turkey during World War I" (bron: wikipedia). Ofwel een vrije dag! En wat is beter dan een vrije dag op vrijdag? Een extra dag vrij nemen de donderdag ervoor natuurlijk! Aldus geschiede ...
Na dit natte begin gingen we op pad, want we hadden een kleine 500 km af te leggen zodat we maandagochtend terug konden vliegen vanaf Hervey Bay. De rest van de donderdag hebben we een bezoek gebracht aan het Burleigh Heads National Park, waar we onder andere een bush turkey spotten, Surfers Paradise in de avond en Brisbane by night. Surfers paradise was precies wat ons verteld was: veel hoge hotels, bars, clubs en niet zulke geweldige golven om te surfen. Hieronder een foto vanaf het strand van Cooly met in de verte de hoogbouw van "Surfers Parasite" zoals het ook wel genoemd wordt ...
In Brisbane hebben we niet veel tijd doorgebracht, maar dat was ook echt niet nodig aangezien het gewoon een grote stad is en verder niet super interessant. Vrijdagochtend waren we weer vroeg op, dit maal om een trein te pakken naar de Glass House Mountains, een stel bergen dat opreist uit een redelijk vlakke omgeving. Er was ons verteld dat je vanaf de top van (een van de) bergen zelfs de zee kon zien. Helaas was de bewegwijzering nogal slecht (lees: niet aanwezig) en de kaart die we hadden miste een spoor en treinstation. Dat leidde ertoe dat we (met 10 kg bagage op de rug) zeker 2 uur hebben gelopen zonder een berg op te klimmen. Wel hebben we zo'n beetje alle bergen (uit de verte) gezien en ontdekten we dat er veel fruit geteeld wordt langs de weg waar we liepen. Zo hebben we een ananaspantage, een paw paw boomgaard, avocado bomen en een mandarijnen plant gezien. We konden de verleiding niet weerstaan om een mandarijntje naar beneden te helpen en te proeven. Conclusie: fruit smaakt een stuk lekkerder als je er meer moeite voor moet doen dan naar de winkel te lopen.
Na onze wandelpartij gingen we door met de trein en bus naar de Sunshine Coast, het deel van de kust dat ten Noorden van Brisbane ligt dus -in tegenstelling tot de Gold Coast die uiteraard ten Zuiden ligt. De eerste plaats die we aandeden was Mooloolaba, een van de grotere kustplaatsen alwaar we lunchten en een frisse duik in de golven namen. Wel bijzonder om te zien dat de Sunshine coast meer "gewoon" toeristisch is met veel gezinnen, waar de Gold coast meer van de pretparken en hippe uitgaansgelegenheden is. Toen het begon te schemeren zijn we doorgebust naar Noosa, onze bestemming voor de nacht. De zaterdagochtend hadden we de tijd om rond te lopen in het Noosa Heads National Park, een stukje te zwemmen, het stadje te bekijken en nog maar een keertje in de zee te duiken.
Wat mijn Rough guide zei over Noosa, was in ieder geval geheel waar ... het is typisch "upmarket beachlife" met veel boetiekjes, cafeetjes en laagbouw hotels. 's Middags gingen we met de Geyhound bus naar Rainbow Beach met een tussenstop ergens langs de "highway" met een foodcourt, picknicktafels, vogels en een meertje met schildpadjes. In Rainbow Beach zijn we naar de zogenaamde coloured sands gelopen, steile zandduinen met verschillende kleuren oranje. Heel interessant was het niet, dus zijn we op aanraden van een van de locals op het strand naar de "Carlo Sandblow" gelopen voor zonsondergang. Dat bleek een prima idee te zijn, we waren prima op tijd om de zon onder te zien gaan en alle geweldige kleurschakeringen in de hemel te fotograferen.
Na een verdiend ijsje na al het lopen werden we met een andere bus naar Hervey Bay gebracht, waarvandaan we zondagochtend vroeg vertrokken voor een dagtrip naar Fraser Island. Fraser Island is het grootste zandeiland in de wereld en heeft veel verschillende ecosystemen op het eiland; van woestijn tot (sub)tropisch regenwoud. We hebben daar een wandeling gemaakt door het tropisch woud, gelopen in Eli Creek, met 95 km/u in een 4WD bus over het strand gereden, foto's gemaakt van een wrak, een dingo gespot en gezwommen in een zoetwater meer.
Al met al een drukke, maar zeer geslaagde dag! Helaas was het ook de laatste dag van onze vakantie en was het maandagochtend tijd om terug te vliegen naar het koude Sydney.Op dit moment heeft Sydney temperaturen die hier normaal zijn in hartje winter met 's nachts een graad of 8 en overdag tussen de 10 en 18 graden. De 18 graden van vorige keer waren dan dus ook het maximum van de dag en met regen en een straffe wind voelt het zeer zeker koeler aan. Het verschil tussen de kust van Queensland en Sydney is dan ook dusdanig groot -daar was het ongeveer 26 graden- dat ik een beetje ziekjes ben, snif. Ach, gaat wel over voordat ik een jongetje ben :) Het is weer tijd om aan het werk te gaan in het lab!




Voor de niet-chemici onder ons: poly aromatisch koolwaterstoffen, dat zwarte spul dat kankerverwekkend kan zijn. Ondanks verbrande worstjes waren er gelukkig nog steeds happy people: het was erg gezellig en zeker een goeie start van het weekend na een dag lang metingen doen in het donker. Metingen die aan het eind van de dag nergens op bleken te slaan ... er is iets mis met de setup of de CCD camera, maar we (ik en een van de postdocs) kunnen er niet achterkomen wat er mis is. Hoewel de barbecue erg gezellig was -zeker met de hoeveelheden alcohol die er geconsumeerd werden- ben ik toch maar op tijd vertrokken ... want ik had zaterdag een dagje Royal National Park in de planning staan. Deze trip was geregeld door de International Student Service en er waren totaal 11 studenten van verschillende instellingen: onze uni, een andere uni en de taalschool in Bondi Junction. We begonnen met een kanotocht over een van de rivieren in het park en zoals de meeste NPs was ook deze redelijk gevuld met ... eucalyptusbomen:
Na een relaxte kanotocht en een voettochtje aan het eind waar we niet verder konden door rotsen in de rivier, barbecuede onze gids wat worstjes voor de befaamde Aussie Sausage Sizzle om onze honger te stillen. Dat is trouwens typisch voor Aussie barbies ... alleen worstjes. Ik weet niet wat ze in die worstjes stoppen, maar over het algemeen zijn ze niet heel geweldig. Nou ja, daar moesten we het maar mee doen :) De volgende activiteit was een cliff walk naar een paar kloven en een waterversnelling (een soort semi waterval), het was er in ieder geval wel erg mooi.
Gelukkig werd het weer een beetje beter na onze klifwandeling, want we besloten de dag met een verfrissende duik in de zee/ rivier. Dat wil zeggen dat het strand naast de monding van een van de rivieren van het NP was en dat je dus zowel in de zee als in de rivier kon zwemmen. Een deel van de rivier stort eerst over een klif (waterval dus) voordat het in de zee uitkomt en ... je raad het al, daar kan je dus vanaf springen :)
Onze gids was een heel erg verantwoordelijke man ... het was dan wel verboden om eraf te springen, maar hij keek eerst wel even hoe diep het was -diep genoeg dus- en was daarna de eerste om er vanaf te springen. Natuurlijk moest ik dat ook proberen, wel zonder bril dus en dat zorgde ervoor dat ik halverwege zoiets dacht als: "Ben ik er nou nog niet? ARGH!". Hoewel de anderen ook zeiden dat ze dat hadden. Het was in ieder geval een prima einde van een leuke dag, hoewel we die nog een beetje verlengd hebben door met 6 van de 10 mensen uit eten te gaan bij de Italiaan in the Rocks.


